Peilingen van het christelijk denken
Aus Romano-Guardini-Handbuch
Version vom 8. Februar 2023, 09:02 Uhr von Helmut Zenz (Diskussion | Beiträge)
Peilingen van het christelijk denken, Verzamelde studies 1923-1963, Tielt/Den Haag 1965 (Lannoo) ins Niederländische übersetzt von Piet van Antwerpen, Henri van der Burght, Tom van Ewijk, Gabriel Smit und Hans Wagemans [Mercker 1656]
- I. Uit het gebied van de filosofie
- Het wezen van de katholieke wereldbeschouwing (1923), S. 15-39 (Henri van der Burght)
- Over sociologie en ordening van personen (1926), S. 40-74 (Piet van Antwerpen)
- Mogelijkheid en grenzen van de gemeenschap (1932), S. 75-96 (Tom van Ewijk)
- Levende vrijheid (1927), S. 97-120 (Tom van Ewijk)
- Vrijheid en onveranderlijkheid (1927), S. 121-142 (Tom van Ewijk)
- Levende geest (1927), S. 143-170 (Tom van Ewijk)
- Gedachten over de verhouding tussen christendom en cultuur (1926), S. 171-216 (Henri van der Burght)
- Gedachten over de verhouding tussen cultuur en natuur(1931), 217-236 (Henri van der Burght
- De gebieden van het menselijk scheppen (1938), S. 237-257 (Tom van Ewijk)
- De situatie van de mens (1954), S. 258-279 (Hans Wagemans)
- De machine en de mens (1959), S. 280-294 (Tom van Ewijk)
- De christelijke zin van het kennen (1951), S. 295-303 (Tom van Ewijk)
- Het oneindig-Absolute en het religieus-christelijke (1958), S. 306-325 (Tom van Ewijk)
- II. Uit het gebied van de theologie
- Het geloof als voorwerp van reflectie (1928), S. 329-363 (Piet van Antwerpen)
- Religieuze ervaring en geloof (1934), S. 364-401 (Henri van der Burght)
- Drie traktaten:
- 1. Het inwendig leven van de christen (1934), S. 402-414
- 2. Het gebed (1935), S. 414-424
- 3. Christelijk realisme (1935), S. 424-433 (alle drei Henri van der Burght)
- Het geloof in de genade en het schuldbewustzijn (1934), S. 434-462 (Henri van der Burght)
- `Openbaring´ als wijze waarop het leven zich voltrekt (1940), S. 463-471 (Piet van Antwerpen)
- De openbaring en de eindigheid (1951), S. 472-486 (Piet van Antwerpen)
- De heilbode in de mythe, openbaring en politiek (1946), S. 487-543 (Gabriel Smit)
- III. Gestalten
- Een groot denker uit de bloeitijd der Middeleeuwen (Bonaventura) (1930), S. 547-562 (Henri van der Burght)
- Het uitgangspunt van Kierkegaards denken (1927), S. 563-596 (Henri van der Burght)
- De betekenis van de zwaarmoedigheid (1928), S. 597-632 (Henri van der Burght);
- Aatekeningen bij een karakteristiek van het platonisch denken (1940), S. 633-644 (Henri van der Burght)
- De figuur van Vergilius in Dantes Divina Commedia (1960), S. 645-656 (Henri van der Burght)
- Bernardus van Clairvaux in Dantes Divina Commedia (1953), S. 657-672 (Henri van der Burght)
- Het denken en lijden van de heilige Augustinus (1956), S. 673-682 (Henri van der Burght)
- Madeleine Sémer (1936), S: 683-720 (Henri van der Burght)
- De bestaansfiguur van Jezus (1941), S. 721-732 (Hans Wage-mans)